In de strijd van gedupeerde Ahold-beleggers om compensatie te krijgen van accountant Deloitte wordt de hulp van het hoogste rechtscollege van Nederland ingeroepen.
Dat is de uitkomst van een uitspraak van de rechtbank Amsterdam woensdag.
De Hoge Raad moet oordelen op de juridische vraag of een belangenorganisatie als de VEB de vorderingen van de individuele gedupeerde Ahold beleggers mag stuiten met een stuitingsbrief.
Vorderingen verjaren in Nederland binnen vijf jaar, tenzij de schuldeiser een dergelijke stuitingsbrief stuurt of een procedure start.
De Hoge Raad moet oordelen of de VEB een dergelijke brief namens de tienduizenden gedupeerde Ahold beleggers mocht sturen aan Deloitte.
Als de Hoge Raad oordeelt dat de VEB de vordering kan stuiten namens de meer dan 100.000 gedupeerde Ahold-beleggers dan gaat de procedure bij de rechtbank weer verder.
Oordeelt de Hoge Raad dat de vordering niet door de VEB gestuit kan worden, dan is de vordering van de gedupeerde Ahold-beleggers verjaard. Deloitte komt dan op een eenvoudige manier weg met de wanprestatie die zij bij de controle van de Ahold jaarrekeningen heeft geleverd.
Nasleep Ahold affaire
De zaak tussen beleggers en accountant Deloitte is een uitvloeisel van de grootscheepse boekhoudfraude bij Ahold in 2003 waarbij beleggers enorme verliezen leden.
De VEB schikte eerder met Ahold en haar bestuurders en commissarissen voor USD 1,1 miljard. Accountant Deloitte, verantwoordelijk voor de goedkeuring van misleidende Ahold-publicaties, was niet betrokken bij die schikking.
De VEB heeft in februari 2012 de maatschap Deloitte Accountants, meer dan 300 aan Deloitte gerelateerde vennootschappen en 137 individuele maten gedagvaard vanwege het ten onrechte afgeven van goedkeurende verklaringen op de jaarrekeningen van Ahold over 1999, 2000 en 2001.
In de procedure bij de rechtbank wordt vastgesteld of de accountant aansprakelijk is voor de schade van de beleggers die op de door Deloitte goedgekeurde jaarrekening van Ahold hebben vertrouwd.
Geen misleiding van Deloitte in 2008
In 2008 was Sobi een procedure tegen Deloitte Accountants B.V. gestart wegens de Ahold fraude. In 2011 bleek Deloitte Accountants B.V. de verkeerde partij, Sobi had de Maatschap en haar maten moeten dagvaarden. De VEB heeft daarna namens beleggers deze partijen alsnog voor de rechtbank gesleept.
De VEB en Deloitte waren in 2008 in overleg over de stuiting van de vordering. Deloitte deed toen voorkomen dat de vordering door Deloitte Accountants B.V. kon worden gestuit. Voormalig bestuursvoorzitter Roger Dassen ondertekende een stuitingsbrief namens Deloitte Accountants B.V.
De Rechtbank oordeelt nu dat Deloitte en Dassen de VEB met deze handelingen echter niet misleid hebben. Dit had voor de VEB "volstrekt duidelijk moeten zijn".
Eind vorige maand oordeelde de Accountantskamer dat de tuchtklacht van de VEB namens beleggers verjaard was.
Bij het accountantstuchtrecht geldt een korte verjaringstermijn van drie jaar. Deze was in februari 2008 al gaan lopen omdat de VEB " al in februari 2008 (en dus meer dan drie jaar voor het indienen van de klacht) op de hoogte was van het in de klachtonderdelen [...] omschreven feitelijke handelen en/of nalaten".
Het oordeel over deze misleiding in 2008 staat los van de vraag of Deloitte aansprakelijk is voor de schade die beleggers hebben geleden omdat zij hebben vertrouwd op de Ahold jaarrekeningen en goedkeurende verklaringen van Deloitte.
De Rechtbank Amsterdam komt pas toe aan een oordeel over de aansprakelijkheid nadat de Hoge Raad heeft geoordeeld over de stuiting.